Wonen

Jongeren willen zich ontwikkelen en een zelfstandig bestaan opbouwen. Daar hoort bij dat jongeren op een bepaald moment uit huis gaan. In principe geldt dat ook voor mensen met autisme. Voor sommigen is dat een moeilijk proces. Om je staande te houden in de maatschappij is een realistisch zelfbeeld en toekomstplan nodig. Meestal worden kinderen met autisme door hun ouders verzorgd, al dan niet met extra ondersteuning en hulp. Niet altijd is dat mogelijk waardoor het moment van uit huis wonen al eerder in hun jeugd gekomen is. Vaak komt de vraag van uit huis gaan bij de overgang van jeugd naar volwassenheid, maar soms ook later. Belangrijk is dat er een netwerk is rondom de persoon met autisme om eenzaamheid te voorkomen.

Vragen die kunnen spelen rondom het wonen zijn:

  1. Kan iemand zelfstandig wonen?
  2. Welke zorg en ondersteuning heeft iemand nodig om zelfstandig te kunnen wonen?
  3. Waar is deze zorg en ondersteuning te vinden?
  4. Welke vorm van wonen is geschikt als iemand (niet volledig) zelfstandig kan wonen?
  5. Waar zijn deze woonvormen te vinden?

Ondersteuning en zorg bij het wonen

Er kunnen diverse vormen van ondersteuning en zorg bij het wonen geboden worden aan iemand met autisme. Soms is het al voldoende dat er ondersteuning of hulp is op andere levensgebieden (bijvoorbeeld sociale contacten of daginvulling).

Is er meer nodig? Dan kunnen onderstaande woonmogelijkheden worden besproken. Bij de keuze van een woonvorm is het belangrijk te kijken naar de behoefte aan begeleiding bij het wonen. Sommige mensen met ASS hebben veel ondersteuning nodig en anderen maar weinig. Er zijn verschillende organisaties actief op het gebied van ondersteuning bij het wonen.

Woonmogelijkheden

Voor wonen zijn verschillende mogelijkheden, met daarop afgestemde ondersteuning. Welke vorm van wonen passend is, hangt af van iemands wensen en mogelijkheden. De één kan met wat begeleiding goed zelfstandig wonen, de ander is beter op zijn plek bij een zorgaanbieder.

  • We spreken van logeren als iemand gedurende korte tijd, in het weekend of in vakanties, elders verblijft. Logeren kan ook bij een (netwerk)pleeggezin. Ook zijn er logeerhuizen opgezet vanuit zorgaanbieders. Particuliere initiatieven voor logeren kunnen bekostigd worden vanuit een persoonsgebonden Budget (PGB).
  • Kamertraining is vaak voor een beperkte duur en is te vinden bij onder andere lokale zorgaanbieders en bij de kinder- en jeugdpsychiatrie. Soms is wonen bij een hospita die in dienst is van een zorgaanbieder ook een mogelijkheid.
  • Bij begeleid zelfstandig wonen woont iemand op zichzelf en wordt ambulante hulpverlening/begeleiding gegeven op de levensgebieden waar het nodig is. Er zijn woonvormen waarbij men na langere periode zonder begeleiding verder kan.
  • Begeleid wonen of een beschermende woonvorm betekent wonen in een woonvorm, meestal samen met anderen, met een kleinere of grotere mate van zelfstandigheid. Er zijn beschermende woonvormen, onder andere bij het (Jeugd) RIBW en bij instellingen voor volwassenenpsychiatrie. Wanneer er ook sprake is van een verstandelijke of andere beperking kan men een beroep doen op organisaties die ondersteuning bieden aan deze doelgroepen.
  • Particuliere (ouder)initiatieven zijn de laatste jaren meer en meer van de grond gekomen. Vaak zijn ze opgezet op initiatief van ouders, in samenwerking met een woningcorporatie. Daarbij wordt meestal gebruik gemaakt van een persoonsgebonden budget (PGB) waarmee begeleiding kan worden ingehuurd van een zorgaanbieder.

Woningaanpassingen

Mensen met autisme kunnen (over)gevoelig zijn voor prikkels. Ze hebben bijvoorbeeld last hebben van licht, geluiden of geuren in de woning of directe woonomgeving. Ze kunnen een negatieve invloed hebben op het welbevinden en woonplezier. Welke zaken in de woning, het interieur van de woning of de omgeving van de woning kunnen door mensen met autisme als storend worden ervaren? Wat kunt u doen tegen storende omgevingsinvloeden?

Hoe kom ik aan zorg en ondersteuning?

Op internet is na te lezen of er een indicatie nodig is voor de benodigde hulp. Voor ondersteuning bij wonen vanuit de AWBZ-zorg is een indicatie nodig van het Centrum voor Indicatiestelling en Zorg (CIZ).
Gemeenten krijgen ook een steeds grotere taak bij ondersteuning van mensen met een beperking. Steeds meer vormen van ambulante of extramurale zorg gaan over van de WLZ naar de WMO. Valt de benodigde zorg onder de WMO, dan moet daarvoor een indicatie aangevraagd worden bij de gemeente.

Heeft u een indicatie? Dan moet gezocht worden naar een passende woonplek. Om te komen tot een keuze voor een woonvorm en het geven van ondersteuning kunnen verschillende organisaties helpen, zoals MEE, psychiatrie (GGZ), zorgaanbieders uit de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking, Bureau Jeugdzorg, een Autisme Team of een regionale afdeling van de NVA. Het Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE) kan worden ingeschakeld om een woonprofiel op te stellen op basis van de zorgbehoeften van mensen met ernstig probleemgedrag.